-
1 réponse
réponse [reepõs]〈v.〉1 antwoord ⇒ reactie, weerwoord♦voorbeelden:1 réponse du berger à la bergère • antwoord waarbij men iemand lik op stuk geeft, van repliek dientréponse de Normand • dubbelzinnig antwoordréponse payée • (telegram met) betaald antwoordavoir réponse à tout • nooit om een antwoord verlegen zijnen réponse à • in antwoord opfantwoord, reactie -
2 réplique
réplique [reepliek]〈v.〉1 weerwoord ⇒ repliek, antwoord♦voorbeelden:argument sans réplique • onweerlegbaar argumentf1) (heftig) antwoord, weerwoord2) tegenspraak3) kopie, reproductie -
3 pour
pour1 [poer]〈m.〉————————pour2 [poer]〈 voorzetsel〉7 wegens ⇒ vanwege, voor, om♦voorbeelden:pour le directeur • de directeur p(er) o(rder)un député pour tant d'habitants • één afgevaardigde op zoveel inwonerspour cent • percent, procentpour mille • promilleprendre qn. pour un autre • iemand voor een ander aanzienil a parlé pour moi • hij heeft namens mij gesprokenn'y être pour rien • er niets mee te maken hebbenpour rien • voor niets, voor nopêtre pour beaucoup, peu dans qc. • alles, weinig met iets te maken hebbenêtre pour (qc., qn.) • voor (iets, iemand) zijn, achter (iets, iemand) staans'accorder pour dire que • allebei, allemaal van mening zijn datce n'est pas pour dire • niet om het een of anderpour plaisanter, rire • voor de grappour le moins • op zijn minst, minstenspour tout avantage • als enige voordeelpour toute réponse • bij wijze van antwoord, als enig antwoordpasser pour • doorgaan voorse faire passer pour • zich uitgeven voorpour ainsi dire • om zo te zeggen, bij wijze van sprekenpour de bon • werkelijk, echtpour de vrai • echt, menens5 c'est pour aujourd'hui ou pour demain? • komt er nog wat van?pour toujours pour jamais • voor eens en voor altijd6 pour ma part • wat mij betreft, voor mijn partpour ce qui est de • wat betreft, wat … aangaatpour moi • wat mij betreften tout et pour tout • slechts, alles bij elkaar, hoogstenspour quoi (faire)? • waarvoor?pour autant • daarompour si peu (de chose) • om zo'n kleinigheidpour être plus âgés, ils n'en sont pas plus prudents • ook al zijn ze ouder, ze zijn daarom nog niet voorzichtigerpour que 〈+ aanvoegende wijs〉 • opdat, ompour peu que 〈+ aanvoegende wijs〉 • mits, als … maar1. m 2. prép1) voor2) om te3) als4) wat betreft5) wegens, vanwege -
4 repartie
repartie [rəpaartie, reepaartie]〈v.〉♦voorbeelden:1 avoir de la repartie, avoir la repartie prompte • adrem, gevat zijnf -
5 répondre
répondre [reepõdr]♦voorbeelden:répondre à une invitation • gehoor geven aan een uitnodigingle chien répond au nom de Victor • de hond luistert naar de naam Victorrépondre au téléphone • de telefoon aannemenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v4) reageren -
6 pour toute réponse
pour toute réponsebij wijze van antwoord, als enig antwoord -
7 riposte
-
8 affirmatif
affirmatif [aafiermaatief]♦voorbeelden:répondre par l' affirmative • een bevestigend antwoord geven= affirmative; adj1) beslist, zeker2) bevestigend, positief -
9 ce
ce1 [sə],1 deze, dit; die, dat♦voorbeelden:ce jour • vandaagces derniers jours • de laatste dagenun de ces jours • één dezer dagencette femme-ci • deze vrouwcet homme-là • die man2 cette réponse! • wat een antwoord!————————ce2 [sə],c', ç' [s]♦voorbeelden:qu'est ce que c'est? • wat is dat?c'est la vérité que vous dites là • het is waar wat u daar zegtc'est à toi de jouer • het is jouw beurtc'est à pleurer • het is om te huilence n'est pas que • niet datc'est lui le coupable • híj is de schuldigesi elle pleure c'est qu'elle est malheureuse • als ze huilt komt dat omdat ze ongelukkig isun des plus agaçants médecins, si ce n'est le plus agaçant • één van de meest vervelende dokters, zo niet de meest vervelendec'est eux • zij zijn hetest-ce toi? • ben jij het?personne ne doit y entrer, fût ce mon père • niemand mag daar naar binnen, zelfs mijn vader nietce me semble • me dunktce sont eux • zij zijn hetce dont on parle • dat waarover men spreektje me réjouis de ce que vous êtes partis • ik verheug me erover dat jullie vertrokken zijn〈 formeel〉 pour ce • daarom, om die redensur ce • daaropet ce • en dat, en welce que • (dat) wattout ce que • alles wat3 ce que c'est beau! • wat is dat mooi!1. = c'; = ç'; pron1) het, dat2) (dat) wat3) wat...!4) dat2. ce, cet, cette= c'; = ç'; adj1) deze, dit, die, dat2) wat een...! -
10 correct
-
11 court
court1 [koer]〈m.〉♦voorbeelden:1 court couvert • binnen-, indoorbaan————————court2 [koer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m.〉2 krap ⇒ onvoldoende, weinig♦voorbeelden:prendre le plus court • de kortste weg nemen→ vue2 cent francs c'est un peu court • honderd frank, dat houdt niet over————————court3 [koer]〈 bijwoord〉1 kort ⇒ plotseling, snel♦voorbeelden:tout court • heel kort, kortweg, zonder meerc'est du vol tout court • dat is je reinste diefstalêtre à court d' arguments • met de mond vol tanden staanrester à court de réponse • het antwoord schuldig blijvenprendre de court • overrompelen1. m 2. adj1) kort2) krap3) onvoldoende, weinig3. advkort, plotseling, snel -
12 envoyé
〈m., v.〉1 (af)gezant(e) ⇒ gedelegeerde, boodschapper, koerier♦voorbeelden:envoyé spécial • speciale verslaggever————————envoyé2 [ãvwaajee]♦voorbeelden:〈 informeel〉 c'est envoyé! • die zit!m (f - envoyée)afgezant/-e -
13 espoir
espoir [espwaar]〈m.〉♦voorbeelden:faire l'espoir de son pays • de hoop van zijn land zijndans l'espoir de votre réponse • in afwachting van uw antwoord→ viemhoop, verwachting -
14 nature
nature1 [naatuur]〈v.〉2 aard ⇒ karakter, temperament♦voorbeelden:de toute nature • allerlei soortenc'est une nature • het is een krachtige persoonlijkheidde nature • van natureêtre de nature à • in staat zijn omil est avide de sa nature • hij is gierig van aardpar nature • op zich; van naturedisparaître dans la nature • spoorloos verdwijnen————————nature2 [naatuur]1 natuurlijk ⇒ echt, zonder toevoegingen♦voorbeelden:grandeur nature • op ware grootte, levensgroot————————nature3 [naatuur]f1) natuur2) aard, karakter -
15 personne
personne1 [person]〈v.〉1 persoon ⇒ mens, iemand2 lichaam♦voorbeelden:personne âgée • bejaardeles Personnes divines • de Drie-eenheidgrande personne • volwassenela personne humaine • de menspar une tierce personne, par personne interposée • via een tussenpersoontoute sa personne rayonnait la joie de vivre • heel zijn, haar wezen straalde levensvreugde uitaimer, soigner sa personne • zichzelf verwennenexposer sa personne • zijn leven in de waagschaal stellenfaire grand cas de sa (petite) personne • zeer met zichzelf ingenomen zijnpayer de sa personne • zich niet ontzienen personne • in eigen persoonpar personne • per persoonune personne • iemand————————personne2 [person]♦voorbeelden:vous le savez mieux que personne • u weet het beter dan wie ooksans avoir vu personne • zonder iemand gezien te hebbenje n'ai rencontré personne de sérieux • ik ben geen serieus iemand tegengekomen1. f1) persoon2) lichaam2. pron -
16 positif
-
17 reste
reste [rest]〈m.〉1 rest ⇒ overschot, restant2 rest ⇒ overige, verdere gedeelte♦voorbeelden:reste d'espoir • sprankje hoopne pas attendre, ne pas demander son reste • zich uit de voeten maken, de rest van de bui niet afwachtensans parler du reste • om over de rest maar te zwijgenavoir de l'argent de reste • geld te over hebbenpour le reste, quant au reste • wat de rest betreftet (tout) le reste • enzovoortêtre, demeurer en reste • in gebreke blijvenpour ne pas être en reste • om niet achter te blijven1. m 2. restesm pl1) overblijfselen, ruïnes -
18 suite
suite [sŵiet]〈v.〉1 vervolg ⇒ voortzetting, opvolging3 consequentie ⇒ uitvloeisel, gevolg4 logica ⇒ orde, aaneenschakeling5 opeenvolging ⇒ rij, serie, reeks♦voorbeelden:faire suite à • volgen op, komen naprendre la suite de qn. • iemand opvolgenà la suite de • achterdeux coups furent tirés à la suite • er werd tweemaal achtereen geschotendans la suite, par la suite • later, in het vervolgla suite au prochain numéro • wordt vervolgddonner suite à • gevolg geven aan(comme) suite à votre lettre • in antwoord op uw schrijvenà la suite de, par suite de • tengevolge vanen suite de quoi • tengevolge waarvanpar suite • bijgevolgfaire preuve d'esprit de suite • consequent zijndes propos sans suite • onsamenhangende woorden¶ deux, trois fois de suite • twee, drie keer achtereenet ainsi de suite • enzovoort(s)1. f1) vervolg2) stoet3) gevolg5) opeenvolging6) suite2. suitesf pl -
19 avoir réponse à tout
avoir réponse à tout -
20 bulletin-réponse
bulletin-réponse [buultẽreepõs]〈m.〉
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Die Antwoord — performing at the El Rey Theater in LA, 17 July 2010 Background information Origin Cape Town, South Africa … Wikipedia
Die Antwoord — en concert au El Rey Theater à Los Angeles, le 17 juillet 2010 Pays d’origine … Wikipédia en Français
Die Antwoord — Проверить нейтральность. На странице обсуждения должны быть подробности … Википедия
Die antwoord — Содержание 1 Описание 2 Состав группы 3 Zef Rap 4 Ссылки // … Википедия
Die Antwoord — Die Antwoord … Deutsch Wikipedia
$O$ — For other uses, see SOS (disambiguation). $O$ Studio album by Die Antwoord Rel … Wikipedia
Leon Botha — Born 4 June 1985(1985 06 04) Cape Town, South Africa Died 5 June 2011(2011 06 05) (aged 2 … Wikipedia
Yolandi Visser — bei einem Auftritt mit Watkin Tudor Jones am 10. September 2009 … Deutsch Wikipedia
Dutch (ethnic group) — Infobox Ethnic group group=The Dutch (Nederlanders) Dutch people talking on the street poptime= 20 million 31.5 million(Blue → Dutch born) (Green → Reported ancestry) region1 = flagcountry|Netherlands pop1 = 13,186,600 (Ethnic Dutch)… … Wikipedia
MaxNormal.TV — Also known as Max Normal Origin Cape Town, South Africa Genres Rapcore Hip Hop, Trip Hop, Alternative Hip Hop(2001 era) Rave, Hip Hop (2005 onwards) … Wikipedia
Jack Parow — Zander Tyler Surnom Jack Parow Naissance Bellville Pays d’origine Afrique du Sud Activité principa … Wikipédia en Français